Le président du tribunal peut, quant à lui, désigner ou ne pas désigner le suppléant mais ne dispose pas du pouvoir discrétionnaire de désigner un autre suppléant : s'il ne désigne personne, le dossier sera renvoyé au notaire, qui peut éventuellement proposer un nouveau suppléant.
De voorzitter van de rechtbank kan, zijnerzijds, de plaatsvervanger al dan niet aanwijzen maar beschikt niet over de discretionaire bevoegdheid om een andere plaatsvervanger aan te wijzen : indien hij niemand aanwijst, wordt het dossier teruggestuurd naar de notaris, die mogelijkerwijze een nieuwe plaatsvervanger kan voorstellen.