En prononçant la déchéance totale ou partielle de (l'autorité parentale), le tribunal de la jeunesse désigne la personne qui, sous son contrôle, exercera les droits mentionnés à l'article 33, 1° et 2°, dont les parents ou l'un d'entre eux sont déchus et remplira les obligations qui y sont corrélatives, ou confie le mineur (au conseiller de l'aide à la jeunesse), lequel désigne une personne qui exercera ces droits après que sa désignation aura été homologuée par ce tribunal, sur réquisition du ministère public.
Wanneer zij de volledige of gedeeltelijke ontzetting van (het ouderlijk gezag) uitspreekt, wijst de jeugdrechtbank de persoon aan die, onder haar toezicht, de in artikel 33, 1° en 2°, vermelde rechten waarvan de ouders of een van hen ontzet zijn, zal uitoefenen en de overeenkomstige verplichtingen zal nakomen, of vertrouwt zij de minderjarige toe (aan de adviseur bij de hulpverlening aan de jeugd), die iemand aanwijst om de genoemde rechten uit te oefenen, nadat zijn aanwijzing door deze rechtbank is gehomologeerd op vordering van het openbaar ministerie.