Lors de la réunion de la commission des Nations unies sur les droits de l’homme à Genève, le 17 mars 2009, la présidence a fait une déclaration au nom de l’UE dans laquelle elle a une fois encore souligné qu’en Chine, y compris au Tibet, tous ceux qui le désirent devraient pouvoir exprimer leurs opinions pacifiquement, sans craindre de représailles.
Tijdens de vergadering van de mensenrechtencommissie van de Verenigde Naties in Genève op 17 maart 2009 heeft het voorzitterschap namens de EU een verklaring afgelegd waarin wederom werd benadrukt dat het in China, met inbegrip van Tibet, voor iedereen mogelijk moet zijn om zijn mening op vreedzame manier kenbaar te maken zonder bang te hoeven zijn dat dit nadelige consequenties heeft.