Art. 19. Si le membre du personnel pouvait bénéficier dans sa zone d'une ou de plusieurs allocations ou indemnités visées dans les articles XI. III. 12, XI. III. 17, XI. III. 31, XI. III. 32, XI. IV. 3 et XI. IV. 7, PJPol, elles cessent d'être dues à partir du premier jour du mois qui suit la date à laquelle le détachement débute.
Art. 19. Indien het personeelslid op één of meerdere van de toelagen of vergoedingen bedoeld in de artikelen XI. III. 12, XI. III. 17, XI. III. 31, XI. III. 32, XI. IV. 3 en XI. IV. 7, RPPol, aanspraak kon maken in zijn zone, vervalt het recht op die toelagen en vergoedingen vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de datum van de aanvang van de detachering.