3. Les exigences visées au paragraphe 1, points a) et b), ne sont pas réputées remplies en cas, notamment, d'erreur comptable, de dysfonctionnement opérationnel, de fraude ou de non-application des exigences de ségrégation au niveau du dépositaire ou du tiers auquel a été déléguée la garde d'instruments financiers dont la conservation est assurée conformément à l'article 22, paragraphe 5, point a), de la directive 2009/65/CE.
3. Er wordt niet geacht aan de vereisten van lid 1, onder a) en b), te zijn voldaan wanneer er sprake is van een boekhoudkundige vergissing, een operationeel defect, fraude of de niet-toepassing van de scheidingsvereisten bij de bewaarder of bij een derde aan wie de bewaarneming van overeenkomstig artikel 22, lid 5, onder a), van Richtlijn 2009/65/EG in bewaarneming gehouden financiële instrumenten is gedelegeerd.