Il ressort des travaux préparatoires mentionnés en B.2 que le législateur décrétal a eu pour objectif, en instaurant une interdiction de détention d'animaux à des fins exclusives ou principales de production de fourrure, de respecter le bien-être animal, de protéger l'environnement et de prendre en compte des considérations éthiques dont il est constaté qu'elles sont partagées par une majorité de la population.
Uit de in B.2 vermelde parlementaire voorbereiding blijkt dat de decreetgever met de invoering van een verbod op het houden van dieren voor uitsluitend of voornamelijk de productie van pelzen, tot doel had het dierenwelzijn in acht te nemen, het milieu te beschermen en rekening te houden met de ethische overtuigingen waarvan wordt vastgesteld dat die door een meerderheid van de bevolking worden gedeeld.