Considérant l'article 38, § 1, de l'ordonnance du 20 octobre 2006 établissant que le Gouvernement se dote des outils nécessaires pour déterminer le coût-vérité de l'eau, c'est-à-dire la totalité des coûts des services liés à l'utilisation de l'eau en vue de permettre la prise en compte du principe de la récupération des coûts, qu'à cet effet, il fixe entre autres les modalités d'établissement du coût-vérité en tenant compte des principes énoncés dans l'article précité;
Overwegende artikel 38, paragraaf 1 van de ordonnantie van 20 oktober 2006 waarin vastgelegd is dat de Regering zich uitrust met de nodige instrumenten om de reële kostprijs van het water te bepalen, met andere woorden de totaliteit van de kosten van de waterdiensten, ten einde rekening te kunnen houden met het beginsel van terugwinning van de kosten. Te dien einde stelt zij onder andere de vaststellings- en inwinningsmodaliteiten van de reële kostprijs van het water vast, rekening houdende met de beginselen die in het genoemde artikel worden opgesomd;