7. exprime sa condamnation de l'abominable abus contre l'enfance consistant à enrôler des enfants-soldats, ce qui est un crime de guerre; invite tous les groupes rebelles, en particulier les LTTE, à cesser cette pratique, à libérer ceux qu'ils détiennent et à faire une déclaration de principe de ne plus recruter aucun enfant à l'avenir; demande au gouvernement sri-lankais de prendre des mesures juridiques en vue de prévenir et pénaliser cette pratique;
7. veroordeelt het walgelijke misbruik van kinderen door ze als kindsoldaten te werven, hetgeen een oorlogsmisdaad is, en doet een beroep op alle rebellengroeperingen en met name de LTTE een einde aan deze praktijk te maken, degenen die zij in hun greep hebben vrij te laten en een beginselverklaring af te leggen in de toekomst geen kinderen meer te zullen werven; doet een beroep op de regering van Sri Lanka om met wettelijke maatregelen te komen om deze praktijk te voorkomen en strafrechtelijk te vervolgen;