Le Conseil d'État
a déjà affirmé à de multiples reprises qu'une loi-programme a uniquement pour but de grouper toutes les mesures économiques, financiè
res et sociales que commande la situation budgétaire, et que la (prétendue) nécessité d'adopter rapidement des dispositions dans d'autres matières ne peut en principe être admise pour justifier le recours au procédé des lois-programmes (voir entre autres do c. Chambre, 93-94, nº 1551/8; doc. Sénat, 94-95, nº 1218/1; doc. Chambre 95-96, nº 207/1, cités par Velaers, J., De Grondwet en d
...[+++]e Raad van State Afdeling Wetgeving, Maklu 1999, p. 154, point 4).
De Raad van State heeft reeds bij herhaling gesteld dat een programmawet enkel tot doel heeft alle economische, financiële en sociale maatregelen te groeperen die door de budgettaire toestand worden gevraagd, en dat de (beweerde) noodzaak om bepalingen over andere aangelegenheden snel te doen aannemen in principe niet kan worden aanvaard ter rechtvaardiging van het werken met programmawetten (zo inter alia K 93-94, 1551/8, N; S 94-95, 1218/1, N; K 95-96, 207/1 G, geciteerd door Velaers, J., De Grondwet en de Raad van State Afdeling Wetgeving, Maklu 1999; blz. 154, randnr. 4).