3. Tout État partie prend les mesures nécessaires pour faire en sorte que tous les stocks d'explosifs dont il est question au paragraphe 1 du présent article qui sont détenus par ses autorités exerçant des fonctions militaires ou de police et qui ne sont pas incorporés en tant que partie intégrante dans des engins militaires dûment autorisés, soient détruits ou utilisés à des fins non contraires aux objectifs de la présente convention, marqués ou rendus définitivement inoffensifs, dans un délai de quinze ans à partir de l'entrée en vigueur de la présente convention à l'égard de cet État.
3. Elke Staat die Partij is, neemt de nodige maatregelen om te verzekeren dat alle voorraden van de in paragraaf 1 van dit artikel bedoelde springstoffen die worden beheerd door zijn autoriteiten in de uitoefening van militaire taken of politietaken, en die geen integrerend onderdeel vormen van de naar behoren toegelaten militaire instrumenten, worden vernietigd of gebruikt voor doeleinden die niet in strijd zijn met de doelstellingen van dit Verdrag, worden gemerkt of blijvend onbruikbaar gemaakt, binnen een tijdvak van vijftien jaar na de inwerkingtreding van dit Verdrag ten aanzien van die Staat.