Vertaling van "d’assainissement nationale devrait " (Frans → Nederlands) :

22. reconnaît que, comme l'affirme la directive-cadre sur l'eau, l'eau n'est pas une marchandise mais un bien public essentiel à la vie et à la dignité humaines et rappelle à la Commission que les règles du traité exigent la neutralité de l'Union à l'égard de décisions nationales régissant le régime de propriété des entreprises de distribution d'eau, ce qui signifie qu'elle ne devrait en aucun cas promouvoir la privatisation des entreprises de distribution d'eau dans le contexte d'un programme d'ajustement économique ou de toute autre procédure européenne de coordination des politiques économiques; étant donné qu'il s'agit de services d'intérêt général, qui présentent donc essentiellement un intérêt pour le public, invite la Commission à exclure définitivement des règles du marché intérieur et de tout accord commercial l'eau, l'assainissement et l'évacuation des eaux usées, et à les fournir à des prix abordables, et invite à la fois la Commission et les États membres à veiller à ce que ces services soient gérés d'une manière efficiente, efficace et transparente, tant sur le plan technique que financier et administratif;
22. erkent dat, zoals bepaald in de kaderrichtlijn water, water geen verhandelbaar product is, maar een publiek goed dat essentieel is voor het menselijk leven en de menselijke waardigheid, en herinnert de Commissie eraan dat EU, overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag, neutraal moet opstellen ten aanzien van nationale besluiten over het bezit van waterbedrijven en dat zij bijgevolg in geen geval de privatisering van waterbedrijven mag bevorderen in de context van economische aanpassingsprogramma's of andere EU-procedures met het oog op economische beleidscoördinatie; dringt er, gezien het feit dat het hier diensten van algemeen belang en daarom overwegend diensten van openbaar belang betreft, bij de Commissie op aan om water, sanitaire voorzieningen en afvalwaterbehandeling blijvend uit te sluiten van internemarktregels en handelsovereenkomsten en deze voorzieningen tegen betaalbare prijzen te leveren; dringt er voorts bij zowel de Commissie als de lidstaten op aan ervoor te zorgen dat deze voorzieningen uit technisch, financieel en administratief oogpunt op efficiënte, doeltreffende en transparante wijze worden beheerd;

(27) Une stratégie d’assainissement nationale devrait être définie, afin notamment de fixer des objectifs d'assainissement et de déterminer l'ordre de priorité dans lequel les sites devraient être assainis.
(27) Er moet een nationale saneringsstrategie worden vastgesteld, met name met het oog op de vaststelling van saneringsdoelstellingen en de prioriteitsrangorde waarin locaties dienen te worden gesaneerd.

47. souligne que l'assainissement budgétaire doit s'accompagner d'objectifs à moyen et long terme tels que ceux identifiés par la stratégie Europe 2020, en particulier en ce qui concerne la création d'emplois, l'inclusion sociale, l'investissement dans les infrastructures, dans l'utilisation rationnelle des ressources, dans la transformation écologique de l'économie et dans une société de la connaissance afin d'améliorer la compétitivité ainsi que la cohésion sociale, économique et territoriale; relève que les diverses politiques nationales et européennes devraient apporter un soutien cohérent à cette stratégie mais que la discipline budgétaire peut, si elles est imposée sans une stratégie bien définie, nuire aux perspectives de croissance, réduire la compétitivité et mettre gravement à mal l'économie sur le long terme; rappelle que, la méthode ouverte de coordination ayant échoué, la stratégie Europe 2020 devrait inclure des objectifs contraignants définis par la Commission pour les États membres, qui contienne des valeurs maximum et minimum à appliquer à certains aspects macroéconomiques de leurs économies;
47. benadrukt dat budgettaire consolidatie vergezeld moet gaan van midden- en langetermijndoelstellingen zoals die zijn bepaald in het kader van de Europa 2020-strategie, inzonderheid met betrekking tot het scheppen van werkgelegenheid, sociale integratie, infrastructuurinvesteringen, efficiënt gebruik van hulpbronnen, de ecologische transformatie van de economie en het creëren van een kenniseconomie met het oog op de verbetering van het concurrentievermogen en van de maatschappelijke, economische en territoriale cohesie; merkt op dat deze strategie consistent door de diverse vormen van nationaal en EU-beleid moet worden geschraagd, en dat begrotingsdiscipline die wordt opgelegd zonder dat er een duidelijk gedefinieerde strategie aan ten grondslag ligt, de groeivooruitzichten kan ondergraven, het concurrentievermogen kan aantasten en op lange termijn grote schade kan toebrengen aan de economie; wijst er nogmaals op dat de open coördinatiemethode is mislukt en dat de Europa 2020-strategie daarom door de Commissie ten behoeve van de lidstaten vast te stellen bindende doelstellingen dient te omvatten met maximum- en minimumwaarden die moeten gelden voor bepaalde macro-economische aspecten van hun economieën;

48. souligne que l'assainissement budgétaire doit s'accompagner d'objectifs à moyen et long terme tels que ceux identifiés par la stratégie Europe 2020, en particulier en ce qui concerne la création d'emplois, l'inclusion sociale, l'investissement dans les infrastructures, dans l'utilisation rationnelle des ressources, dans la transformation écologique de l'économie et dans une société de la connaissance afin d'améliorer la compétitivité ainsi que la cohésion sociale et territoriale; relève que les diverses politiques nationales et européennes devraient apporter un soutien cohérent à cette stratégie mais que la discipline budgétaire peut, si elles est imposée sans une stratégie bien définie, nuire aux perspectives de croissance, réduire la compétitivité et mettre gravement à mal l'économie sur le long terme; rappelle que, la méthode ouverte de coordination ayant échoué, la stratégie Europe 2020 devrait inclure des objectifs contraignants définis par la Commission pour les États membres, qui contienne des valeurs maximum et minimum à appliquer à certains aspects macroéconomiques de leurs économies;
48. benadrukt dat budgettaire consolidatie vergezeld moet gaan van midden- en langetermijndoelstellingen zoals die zijn bepaald in het kader van de Europa 2020-strategie, inzonderheid met betrekking tot het scheppen van werkgelegenheid, sociale integratie, infrastructuurinvesteringen, efficiënt gebruik van hulpbronnen, de ecologische transformatie van de economie en het creëren van een kenniseconomie met het oog op de verbetering van het concurrentievermogen en van de maatschappelijke en territoriale cohesie; merkt op dat deze strategie consistent door de diverse vormen van nationaal en EU-beleid moet worden geschraagd, en dat begrotingsdiscipline die wordt opgelegd zonder dat er een duidelijk gedefinieerde strategie aan ten grondslag ligt, de groeivooruitzichten kan ondergraven, het concurrentievermogen kan aantasten en op lange termijn grote schade kan toebrengen aan de economie; wijst er nogmaals op dat de open coördinatiemethode is mislukt en dat de Europa 2020-strategie daarom door de Commissie ten behoeve van de lidstaten vast te stellen bindende doelstellingen dient te omvatten met maximum- en minimumwaarden die moeten gelden voor bepaalde macro-economische aspecten van hun economieën;

(28) Dans les sites contaminés où le pollueur ne peut être retrouvé, ne peut être tenu responsable de la pollution en vertu de la législation nationale ou communautaire, ou ne peut être astreint à supporter les coûts de l'assainissement, dénommés «sites orphelins», c’est aux États membres qu’il devrait incomber de réduire les risques pour la santé humaine et pour l’environnement.
(28) Met betrekking tot de verontreinigde locaties waarvan de verontreiniger hetzij niet kan worden geïdentificeerd, hetzij krachtens de nationale of communautaire wetgeving niet voor de verontreiniging aansprakelijk kan worden gesteld, hetzij niet tot het betalen van de saneringskosten kan worden verplicht – ook weeslocaties genoemd – ligt de verantwoordelijkheid voor het beperken van het risico voor de volksgezondheid en het milieu bij de lidstaat.