2003,60), prévoit que le fonctionnaire qui exprime de bonne foi les soupçons d'irrégularités qu'il nourrit, et ce, conformément à une procédure fixée par le biais d'une mesure générale d'administration ou en vertu d'une telle mesure, n'aura à craindre aucun effet négatif sur son statut juridique ni au cours de cette procédure ni après celle-ci.
2003,60) dat de ambtenaar die te goeder trouw de bij hem levende vermoedens van misstanden uit volgens een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vastgestelde procedure, als gevolg van het uiten van die vermoedens geen nadelige gevolgen voor zijn rechtspositie zal ondervinden tijdens en na het volgen van die procedure.