En ce qui concerne la troisième question préjudicielle, les dispositions en cause, après avoir déterminé les éléments essentiels du droit aux allocations, habilitent le Roi, d'une part, à préciser de quelle manière l'incapacité physique et mentale de l'enfant est déterminée de même que les conditions que l'enfant doit remplir (article 63, § 1, alinéa 2) et, d'autre part, à fixer les critères ainsi que la manière dont sont constatées les conséquences de l'affection de même que les conditions que l'enfant doit remplir (article 63, § 2, alinéa 2).
Wat de derde prejudiciële vraag betreft, machtigen de in het geding zijnde bepalingen, na de essentiële elementen van het recht op kinderbijslag te hebben bepaald, de Koning ertoe om, enerzijds, te bepalen op welke wijze de lichamelijke en geestelijke ongeschiktheid van het kind wordt vastgesteld, alsmede de voorwaarden waaraan het kind moet voldoen (artikel 63, § 1, tweede lid) en, anderzijds, de criteria te bepalen, alsmede de wijze waarop de gevolgen van de aandoening worden vastgesteld en de voorwaarden waaraan het kind moet voldoen (artikel 63, § 2, tweede lid).