3. Les États membres prennent les mesures nécessaires pour que les infractions visées aux articles 4 et 5, lorsqu'elles sont commises de manière intentionnelle, soient passibles d'une peine d'emprisonnement maximale d'au moins trois ans lorsqu'un nombre important de systèmes d'information sont atteints au moyen d'un outil, visé à l'article 7, paragraphe 1, principalement conçu ou adapté à cette fin.
3. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de in de artikelen 4 en 5 bedoelde feiten, wanneer deze opzettelijk worden gepleegd, strafbaar worden gesteld met een maximale gevangenisstraf van ten minste drie jaar, wanneer een groot aantal informatiesystemen getroffen zijn door het gebruik van een in artikel 7, lid 1, bedoeld instrument, dat hoofdzakelijk voor dit doel is ontworpen of aangepast.