Sous la pression d'une majorité au Parlement flamand, on opta donc en principe pour une «installation basse » de ce tracé, ce qui veut dire que, dans l'ensemble de la zone urbaine, la voie serait tracée dans une tranchée et que deux grands tunnels sont prévus: l'un sous le canal Albert et l'autre sous l'autoroute E313.
Onder druk van een meerderheid in het Vlaamse Parlement koos men immers in principe voor een lage uitvoering van dit spoortracé, dit wil zeggen dat het spoor in het hele stedelijke gebied in een sleuf zou lopen en dat twee grote tunnelconstructies voorzien worden: een tunnel onder het Albertkanaal en een tunnel onder de autosnelweg E313.