21. exprime à nouveau son inquiétude au vu des obstacles auxquels est confronté le Patriarcat œcuménique en ce qui concerne son statut juridique, la formation de son clergé et son élection; réitère sa demande pour une réouverture immédiate du séminaire orthodoxe grec de Halki et pour l'adoption de mesures autorisant l'usage public du titre ecclésiastique de Patriarche œcuménique et, de manière plus générale, pour la mise en place de conditions n'entravant plus la formation du clergé des communautés chrétiennes de Turquie;
21. spreekt nogmaals zijn bezorgdheid uit over de moeilijkheden die het Oecumenisch Patriarchaat ondervindt met betrekking tot zijn wettelijke status, de opleiding van geestelijken en de verkiezing van de oecumenische patriarch; herhaalt zijn oproep tot onmiddellijke heropening van het Grieks-orthodoxe Halki-seminarie en tot maatregelen om het openbaar gebruik van de kerkelijke titel van de oecumenische patriarch toe te staan, en vraagt meer in het algemeen dat de voorwaarden worden geschapen opdat de clerus van de christelijke gemeenschappen in Turkije ongehinderd kan worden opgeleid;