— de veiller à l'application effective des nouvelles dispositions de la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement (article 48/3) telle que modifiée par la loi du 17 septembre 2006, qui prévoient entre autres que le statut de réfugié peut être accordé aux personnes qui subissent ou qui risquent des subir des actes de persécution « en raison de leur sexe », lesquels peuvent notamment viser les mutilations génitales, comme le précise l'exposé des motifs de la loi du 17 septembre 2006;
— erop toe te zien dat de nieuwe bepalingen van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (artikel 48/3), zoals gewijzigd bij de wet van 17 september 2006, werkelijk worden toegepast. Ze bepalen onder andere dat de status van vluchteling kan worden toegekend aan personen die daden van vervolging « van genderspecifieke aard » ondergaan of het risico lopen deze te ondergaan, waarmee genitale verminking kan worden bedoeld, zoals vermeld in de memorie van toelichting van de wet van 17 september 2006;