1. Peut-on déduire dudit arrêt que la vente d'un bien d'investissement par un assujetti est soumise à la TVA selon la même quotité que celle effectivement appliquée (soit donc un maximum de 50 %) pour le calcul de la déduction éventuelle de TVA sur l'achat dudit bien, et ce, que l'assujetti ait ou non déduit, d'une part, la TVA sur les frais de fonctionnement soumis à TVA et/ou, d'autre part, les frais professionnels (amortissement et tous frais de fonctionnement) inhérents à ce bien ?
1. Kan men uit het arrest afleiden dat de verkoop van een investeringsgoed door een belastingplichtige onderworpen is aan de BTW volgens dezelfde quotiteit als de quotiteit die daadwerkelijk wordt toegepast (met een maximum van 50 %) voor de berekening van de eventuele aftrek van de BTW op de aankoop van het goed en dat ongeacht het feit of de belastingplichtige, enerzijds, al dan niet de BTW op de werkingskosten die onderworpen zijn aan de BTW heeft afgetrokken en/of, anderzijds, al dan niet de beroepsonkosten (afschrijvingen en alle werkingskosten) die inherent zijn aan dat goed heeft afgetrokken ?