4. Dans le cas d'oléiculteurs qui sont membres d'une organisation de producteurs visée à l'article 20 quater paragraphe 1 du règlement no 136/66/CEE et dont la production moyenne est d'au moins 100 kilogrammes d'huile d'olive par campagne, l'aide est octroyée conformément à l'article 5 paragraphe 2 premier tiret du règlement no 136/66/CEE pour la quantité d'huile effectivement produite auprès d'un moulin agréé, sous réserve de l'article 7.
4. Aan olijvenproducenten die lid zijn van een producentenorganisatie bedoeld in artikel 20 quater, lid 1, van Verordening nr. 136/66/EEG en wier gemiddelde produktie ten minste 100 kg olijfolie per verkoopseizoen bedraagt, wordt de steun, overeenkomstig het bepaalde in artikel 5, lid 2, eerste streepje, van Verordening nr. 136/66/EEG, onder voorbehoud van het bepaalde in artikel 7, toegekend voor de werkelijk door een erkende oliefabriek geproduceerde hoeveelheid olijfolie.