4. a) Un résident d'un État contractant, qu'il puisse ou non bénéficier d'avantages en vertu des paragraphes 2 ou 3, pourra bénéficier des avantages prévus par la Convention au titre d'un élément de rev
enu ayant sa source dans l'autre État contractant, si ce résident exerce une activité industri
elle ou commerciale effective dans le premier État (autre que l'activité consistant à réaliser ou gérer des investissements pour son propre compte, à moins qu'il ne s'agisse d'une activité bancaire, d'assurance ou d'une activité portant sur des
...[+++] valeurs mobilières exercée par une banque, une compagnie d'assurance ou un opérateur sur titres agréé) et si le revenu tiré de l'autre État contractant est lié à cette activité ou en constitue un élément accessoire.4. a) Een inwoner van een overeenkomstsluitende Staat is gerechtigd tot voordelen van de Overeenkomst ter zake van een inkomensbestanddeel dat afkomstig is uit de andere overeenkomstsluitende Staat, ongeacht of de inwoner gerechtigd is tot voordelen overeenkomstig paragraaf 2 of 3, indien de inwoner betrokken is bij het actief uitoefenen van handels- of bedrijfsactiviteiten in de eerstbedoelde Staat (niet zijnde activiteiten die bestaan uit het beleggen of het beheren van beleggingen voor eigen rekening van
die inwoner, tenzij deze activiteiten zouden bestaan uit bank- en verzeker
ingsactiviteiten of ...[+++]effectenhandel, uitgeoefend door een bank of verzekeringsmaatschappij of een geregistreerd effectenbedrijf), en de inkomsten verkregen uit de andere overeenkomstsluitende Staat zijn behaald in samenhang met, of bijkomstig zijn ten opzichte van, die bedrijfsmatige activiteiten.