Tout
pays qui a ratifié soit la convention européenne de sauvegarde des droits de l'homme et des libertés fondamentales de 1950 (ci-après, "convention européenne”), soit à la fois le pacte international de 1966 relatif aux droits civils et politiques (ci-après, "pacte international”) et la convention de 1984 contre la torture et autres traitements cruels, inhumains ou dégradants (ci-après, "convention contre la torture”) et observe systématiquement les normes qui y sont posées en ce qui concerne le droit à la vie, l'interdiction de la torture et des traitements cruels, inhumains ou dégradants, l'interdiction de l'esclavage et de la servi
...[+++]tude, l'interdiction des lois pénales ayant un effet rétroactif, le droit à être reconnu en tant que personne devant la loi, l'interdiction d'emprisonner un individu pour la seule raison qu'il n'est pas en mesure d'exécuter une obligation contractuelle et le droit à la liberté de pensée, de conscience et de religion.Een veilig derde land is ieder land dat het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, hierna “Europees Verdrag” genoemd, of zowel het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van 1966, hierna het “Internationaal Verdrag” genoemd als het Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing van 1984, hierna “Verdrag tegen Foltering” genoemd, heeft geratificeerd en steeds de normen in acht neemt die daarin zijn vastgesteld met betrekking tot het recht op leven, het verbod op foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling, het verbod op slavernij en dienstbaarheid, het verbod op strafrecht met terugwerkende kracht,
...[+++]het recht op erkenning als een persoon voor de wet, het verbod om een persoon op te sluiten uitsluitend op grond van het feit dat hij een contractuele verplichting niet kan nakomen en het recht op vrijheid van gedachten, van geweten en van godsdienstbeoefening.