153 (4) Pour garantir un fonctionnement efficace de l'Union, tout membre dont un ressortissant a été élu secrétaire général, vice-secrétaire général, ou directeur d'un bureau doit, dans la mesure du possible, s'abstenir de rappeler ce ressortissant entre deux Conférences de plénipotentiaires.
153 (4) Om een doeltreffende werking van de Unie te garanderen, dient elk lid waarvan een onderdaan tot secretaris-generaal, vice-secretaris-generaal of directeur van een bureau werd verkozen, zich in de mate van het mogelijke te onthouden om deze onderdaan op te roepen tussen twee conferenties van gevolmachtigden.