Étant donné les carences de la surveillance microprudentielle que l’on a observées à l’échelon des États membres, je pense que la collaboration étroite entre le CERS, les banques centrales, les autorités de surveillance et l’«économie réelle», non seulement légitimera les opérations du CERS, mais contribuera également de manière importante à l’efficacité de ces opérations.
Nu de zwakte van het microprudentieel toezicht op het niveau van de lidstaten is blootgelegd, krijgen de acties van het ECSR door een nauwe samenwerking tussen het ECSR, centrale banken, toezichthouders en de ‘reële economie’ volgens mij niet alleen een legitiem karakter, maar wordt tevens een aanzienlijke bijdrage geleverd aan de effectiviteit van die acties.