En effet, elle concerne une situation au sujet de laquelle il ne peut être reproché au législateur de ne pas l'avoir réglée en même temps qu'il adoptait la loi du 21 avril 2007, dès lors que, par l'application combinée, devant le juge judiciaire, des articles 1382 du Code civil et 1022 du Code judiciaire, cette différence de traitement a des effets qui ne peuvent être considérés comme disproportionnés.
Het betreft immers een situatie waaromtrent het de wetgever niet kan worden verweten dat hij ze niet tezelfdertijd heeft geregeld als de aanneming van de wet van 21 april 2007, aangezien, door de gecombineerde toepassing, voor de justitiële rechter, van de artikelen 1382 van het Burgerlijk Wetboek en 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, dat verschil in behandeling gevolgen heeft die niet als onevenredig kunnen worden beschouwd.