De plus, même à considérer que la révocation de la libération conditionnelle en cas d'inculpation ne viole pas la présomption d'innocence (voir Cass. 20 juillet 1999, Pas., 1999, I, 418) elle reste néanmoins problématique lorsque l'intéressé est postérieurement « mis hors cause », voire acquitté.
En zelfs als men ervan uitgaat dat de herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling bij inverdenkingstelling het vermoeden van onschuld niet schendt (zie Cass. 20 juli 1999, Pas., 1999, I, 418), blijft het toch problematisch wanneer de betrokkene later buiten verdenking wordt gesteld of wordt vrijgesproken.