Elle considère néanmoins que le poids relatif du 5e programme-cadre, en termes de pourcentage du PNB de l'Union européenne, devra atteindre au moins le même niveau que celui atteint par le 4e programme-cadre en moyenne entre 1995 et 1998, et que cet effort de recherche doit tendre vers celui consenti par les grands concurrents de l'Union.
Wel is zij van mening dat aan het vijfde kaderprogramma tenminste een even groot percentage van het BNP zal moeten worden besteed als het percentage dat tussen 1995 en 1998 gemiddeld voor het vierde kaderprogramma werd uitgegeven, en dat de onderzoeksinspanning qua omvang die van de belangrijke concurrenten van de Unie moet benaderen.