Il ressort des travaux préparatoires de l'article 318 du Code civil qu'il n'existait pas, initialement, d'unanimité quant à la question de savoir si la possession d'état de
vait empêcher toute contestation de la filiation, entre autres parce que cette notion ne coïncide pas n
écessairement avec celle de l'« intérêt de l'enfant » et parce que la conception de la paix d
es familles qu'elle entend protéger évolue rapidement (Doc. parl.,
...[+++]Chambre, 2004-2005, DOC 51-0597/024, pp. 60-62).
Uit de parlementaire voorbereiding van artikel 318 van het Burgerlijk Wetboek blijkt dat aanvankelijk geen eensgezindheid leek te bestaan over de vraag of het bezit van staat elke betwisting van de afstamming onmogelijk diende te maken, onder meer omdat dit begrip niet noodzakelijk samenvalt met het begrip « belang van het kind », en omdat de opvattingen over de familievrede, die het wil beschermen, snel evolueren (Parl. St., Kamer, 2004-2005, DOC 51-0597/024, pp. 60-62).