En cas de réponse négative à la première question, la notion de «matière contractuelle» de l’article 5, initio et point 1, sous a), du règlement sur la compétence doit-elle alors être interprétée en ce sens qu’elle vise notamment un cas comme celui de l’espèce dans lequel une société assigne une personne en sa qualité de gérant de cette même société en raison du manquement à son obligation d’exercer correctement les fonctions qui lui incombent en droit des sociétés?
Indien het antwoord op vraag 1) ontkennend luidt, moet dan het begrip „verbintenissen uit overeenkomst” van artikel 5, aanhef en onder 1, punt a), van de verordening aldus worden uitgelegd dat het mede ziet op een geval als het onderhavige, waarin een vennootschap een persoon in zijn hoedanigheid van bestuurder van die vennootschap aanspreekt op grond van schending van de op hem rustende verplichting tot behoorlijke vervulling van zijn vennootschapsrechtelijke taak?