En particulier, la mise des dépens à la charge de l’institution, bien que partie gagnante, peut être justifiée par le manq
ue de diligence de celle-ci lors de la procédure précontentieuse, lorsque, d’une part, elle a laissé s’écouler le délai de quatre mois, prévu à l’article 90, paragraphe 1, du statut, avant d’adopter une décision explicite de rejet de la demande présentée par le fonctionnaire concerné et, d’autre part, n’a pas attiré l’attention de l’intéressé, dans la décision en cause, sur la circonstance qu’une décision
implicite de rejet était déjà ...[+++] intervenue et que le délai de réclamation de trois mois courait à compter de cette dernière décision.
De verwijzing van de instelling in de kosten, ofschoon zij in het gelijk is gesteld, kan met name worden gerechtvaardi
gd door haar gebrek aan vlijt tijdens de precontentieuze procedure, wanneer zij enerzijds de in artikel 90, lid 1, van het Statuut voorziene termijn van vier maanden heeft laten verlopen alvorens een uitdrukkelijk besluit tot afwijzing van het verzoek van de betrokken ambtenaar te nemen, en zij anderzijds de betrokkene in het bestreden besluit niet heeft gewezen op het feit dat er reeds een stilzwijgend afwijzend besluit was afgekomen en dat de klachttermijn van drie maanden was ingegaan op de datum van dat laatste beslui
...[+++]t.