Le fait que, selon les travaux préparatoires cités en B.21.2, « les règles relatives à la comparution volontaire devant la juridiction de la langue de leur choix, à savoir que lorsque les parties sont domiciliées dans une des 54 communes de l'arrondissemen
t judiciaire de Bruxelles et qu'elles parviennent, après la naissance du litige, à un accord au sujet de la langue de la procédure, elles peuvent comparaître de manière volontaire ou introduire une requête conjointe devant les tribunaux néerlandophones ou francophones de leur choix en application de l'article 706 du Code judiciaire, dans les conditions pr
évues par la loi », ...[+++]doivent être comprises parmi les éléments essentiels visés à l'article 157bis de la Constitution découle du choix du Constituant, et non de celui du législateur.Het feit dat, volgens de in B.21.2 aangehaalde parlementaire voorbereiding, « de regels betreffende de vrijwillige verschijning voor de rechtbank van de taal van hun keuze, met n
ame dat, wanneer de partijen in een van de 54 gemeenten van het gerechtelijk arrondissement Brussel gedomicilieerd zijn en indien zij, na het ontstaan van het geschil, een onderlinge overeenstemming bereiken voor wat de taal van de rechtspleging betreft, zij krachtens artikel 706 van het Gerechtelijk Wetboek vrijwillig voor de bevoegde Nederlandstalige of Franstalige rechtbanken van hun keuze verschijnen of er een gezamenlijk verzoekschrift indienen, volgens de v
...[+++]oorwaarden bepaald in de wet », onder de in artikel 157bis van de Grondwet bedoelde essentiële elementen dienen te worden begrepen, vloeit voort uit de keuze, niet van de wetgever, maar van de Grondwetgever.