La question préjudicielle a trait à l'hypothèse du refus opposé par la mère d'un enfant à l'adoption de cet enfant par une femme avec qui la mère était mariée au moment de la naissance de l'enfant et du dépôt de la requête en adoption, qui avait signé avec elle une convention conformément à l'article 7 de la loi du 6 juillet 2007 « relative à la procréation médicalement assistée et à
la destination des embryons surnuméraires et des gamètes », et qui a suivi la préparation à l'adoption prévue à l'article 346-2 du Code civil, cette adoption concernant un enfant dont il est établi qu'un lie
n familial effectif ...[+++]existe et persiste depuis la séparation des épouses.De prejudiciële vraag heeft betrekking op het geval van de weigering, door de moeder van een kind, van de adoptie van dat kind door een vrouw met wie de moeder gehuwd was op het ogenblik van de geboorte van het kind en van de indiening van het verzoek tot adoptie, die met haar een overeenkomst had ondertekend conform artikel 7 van de wet van 6 juli 2007 « betreffende de medisch begeleide voortplanting en de bestemming
van de overtallige embryo's en de gameten », en die de in artikel 346-2 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde voorbereiding op de adoptie heeft gevolgd, waarbij die adoptie een kind betreft van wie vaststaat dat er sinds de s
...[+++]cheiding van de echtgenotes een daadwerkelijke familiale band bestaat en blijft bestaan.