Cependant, les personnes ayant un emploi peu valorisant - en particulier les emplois sans avenir - font état d'un mécontentement bien plus grand (presque un tiers d'entre eux sont très mécontents) que les jeunes travailleurs ou que ceux des groupes d'âge de forte activité, tandis que les taux de satisfaction de ceux qui occupent des emplois de qualité sont beaucoup plus élevés (presque les deux tiers).
Oudere werknemers met een baan van lage kwaliteit - in het bijzonder banen zonder vooruitzichten - zijn echter veel meer ontevreden (bijna een derde is uiterst ontevreden) dan jeugdige werknemers of werknemers in de meest actieve leeftijdsgroep. Oudere werknemers met een baan van hoge kwaliteit zijn daarentegen veel meer tevreden (bijna twee derde).