L'une des dispositions les plus employées est celle de l'article 10.1.1 de l'arrêté royal du 1 décembre 1975 qui dispose que tout conducteur doit régler sa vitesse dans la mesure requise par la disposition des lieux, leur encombrement, le champ de visibilité, l'état de la route, l'état et le chargement de son véhicule, pour qu'elle ne puisse être une cause d'accident, ni une gêne pour la circulation.
Een van de meest gebruikte bepalingen is artikel 10.1.1 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 waarin bepaald wordt dat elke bestuurder zijn snelheid moet regelen zoals vereist door de plaatsgesteldheid, haar belemmering, de verkeersdichtheid, het zicht, de staat van de weg, de staat en de lading van zijn voertuig, opdat de snelheid geen ongevallen zou kunnen veroorzaken noch het verkeer hinderen.