Lorsque le contribuable, à partir du 1 janvier 20
16 : - contracte un emprunt hypothécaire, tel que visé à l'article 145 , alinéa premier, 1°, tandis qu'il y a encore un emprunt qui entre en ligne de compte pour l'application de l'article 145 , § 2 ou § 3, l'article
145 , 145 , alinéa deux, 3°, l'article 145 , alinéa deux, 2°, l'article 145 ou 145 , et - demande, pour cet emprunt hypothécaire ou pour l'assurance-vie, visée à l'article 145 , alinéa premier, 2°, l'application de la réduction d'impôt, visée à l'article 145 , les articles
...[+++]145 , 145 , 145 , 145 , 145 , 145 et 145 ne sont plus appliqués pour les dépenses relatives aux emprunts et assurances-vie contractés antérieurement».Wanneer de belastingplichtige vanaf 1 januari 2
016: - een hypothecaire lening aangaat, als vermeld in artikel 145 , eerste lid, 1°, terwijl er nog een lening is die in aanmerking komt voor de toepassing van artikel 145 , § 2, of § 3, artikel 145 , 145 , tweede lid, 3°, artikel 145 , tweede lid, 2°, artikel 145 of 145 , en - voor die hypothecaire lening of voor de levensverzekering, vermeld in artikel 145 , eerste lid, 2°, de toepassing vraagt van de belastingvermindering, vermeld in artikel 145 , worden de artikelen 145 , 145 , 145 , 145 , 145 , 145 en 145 niet langer toegepast voor de uitgaven met betrekking tot de voorheen gesloten len
...[+++]ingen en levensverzekeringen".