3. Le terme « intérêts » employé dans le présent article désigne les revenus des créances de toute nature, assorties ou non de garanties hypothécaires, et notamment les revenus des fonds publics et des obligations d'emprunts, ainsi que les revenus soumis au même régime fiscal que les revenus de sommes prêtées par la législation de l'État d'où proviennent ces revenus.
3. De uitdrukking « interest », zoals gebezigd in dit artikel, betekent inkomsten uit schuldvorderingen van welke aard ook, al dan niet gewaarborgd door hypotheek, en in het bijzonder inkomsten uit overheidsleningen en obligaties, alsmede inkomsten die volgens de wetgeving van de Staat waaruit de inkomsten afkomstig zijn op dezelfde wijze als inkomsten van geleende gelden in de belastingheffing worden betrokken.