3. En ce qui concerne les entités soumises à obligations visées à l'article 2, paragraphe 1, points 3) a), b), d) et e), les États membres veillent à ce que les autorités compétentes prennent les mesures nécessaires pour empêcher que des criminels ou leurs complices détiennent ou soient les bénéficiaires effectifs d'une participation significative ou de contrôle dans lesdites entités, ou y exercent une fonction de direction.
3. Met betrekking tot de meldingsplichtige entiteiten waarvan sprake in artikel 2, lid 1, punt 3, onder a), b), d) en e ) zorgen de lidstaten ervoor dat de bevoegde autoriteiten de noodzakelijke maatregelen nemen om te voorkomen dat criminelen of hun medeplichtigen de bezitter of de uiteindelijke begunstigde van een significant of zeggenschapsbelang zijn, of een managementfunctie in die meldingsplichtige entiteiten hebben.