7. Le conseil d’administration exerce, à l’égard du personnel de l’Agence, les pouvoirs qui sont dévolus par le statut des fonctionnaires de l’Union européenne et le régime applicable aux autres agents de l’Union européenne (ci-après dénommés «statut» et «régime applicable aux autres agents»), fixés par le règlement (CEE, Euratom CECA) no 259/68 à l’autorité investie du pouvoir de nomination et à l’autorité habilitée à conclure les contrats d’engagement, respectivement.
7. De raad van bestuur oefent ten aanzien van het personeel van het Agentschap de bevoegdheden uit die krachtens het Statuut van de ambtenaren en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen („het Statuut” en „de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden”), zoals vastgelegd in Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 , respectievelijk zijn verleend aan het tot aanstelling bevoegde gezag en aan het tot het aangaan van overeenkomsten bevoegde gezag.