Durant son affectation au Service d'enquêtes P, le directeur général du Service d'enquêtes P conserve, au sein de son service d'origine, son rang, son ancienneté, ses droits à la pension et ses possibilités de promotion sans qu'une telle promotion mette fin d'office à sa nomination en qualité de directeur général du Service d'enquêtes P. Les droits et les obligations du directeur général du Service d'enquêtes P sont repris dans le statut du directeur général et des membres du Service d'enquêtes du Comité permanent de contrôle des services de police, tel qu'approuvé par la Chambre des représentants et publié au Moniteur belge du 28 février 2007.
Gedurende de tijd dat de directeur-generaal werkzaam is bij de Dienst Enquêtes P, behoudt betrokkene in zijn/haar dienst van oorsprong zijn/haar rang, anciënniteit, pensioenrechten en kans op bevordering, zonder dat een dergelijke bevordering van ambtswege een einde maakt aan zijn/haar benoeming in de hoedanigheid van directeur-generaal van de Dienst Enquêtes P. De rechten en de plichten van de directeur-generaal van de Dienst Enquêtes P zijn opgenomen in het statuut van de directeur-generaal en de leden van de Dienst Enquêtes van het Vast Comité van Toezicht op de politiediensten, dat door de Kamer van volksvertegenwoordigers goedgekeurd werd en in het Belgisch Staatsblad van 28 februari 2007 gepubliceerd werd.