inviter instamment les autorités kazakhes, à cet égard, à enquêter de manière prompte et impartiale sur toutes les allégations de torture et de mauvais traitement liées aux violences de Zhanaozen et à punir les responsables, à abroger le nébuleux chef d'accusation d'«incitation à la discorde sociale», à relâcher les militants de l'opposition actuellement maintenus en détention provisoire pour ce motif, et à revoir la loi sur la liberté de réunion afin de la rendre conforme aux obligations internationales du Kazakhstan concernant la liberté de réunion;
de Kazachse autoriteiten in dit verband op te roepen alle vermeende gevallen van foltering en slechte behandeling die verband houden met het in Zhanaozen gebruikte geweld onverwijld en onpartijdig te onderzoeken en hen die zich hieraan schuldig hebben gemaakt voor de rechter te brengen, en de vage strafrechtelijke aanklacht van „aanzetten tot sociale verdeeldheid” in te trekken en het voorarrest van de activisten van de politieke oppositie die op basis van deze aanklacht vastzitten, te beëindigen, en ten slotte de wetgeving inzake vrijheid van vereniging te herzien en deze in overeenstemming te brengen met de internationale verplichtingen van het land inzake vrijheid van vereniging;