Ce même texte prévoit en outre que, dans l’hypothèse d’une enquête-miroir ou d’une équipe commune d’enquête, le ministère public compétent veille à se concerter avec l’autorité compétente de l’autre État membre sur les modalités de poursuites et, dans la mesure du possible, à fixer des échéances communes, afin de prévenir tout conflit de juridiction et d'assurer la plus grande efficacité au niveau de la poursuite, du jugement et de l’exécution de la peine.
Voorts bepaalt deze maatregel dat in geval van een spiegelonderzoek of een gemeenschappelijk onderzoeksteam, het bevoegd openbaar ministerie erop toeziet dat overleg wordt gepleegd met de bevoegde autoriteit van de andere lidstaat over de voorwaarden voor vervolging en dat, voor zover mogelijk, gemeenschappelijke termijnen worden vastgelegd teneinde enig jurisdictiegeschil te voorkomen en een zo groot mogelijke doeltreffendheid te waarborgen op het vlak van de vervolging, de uitspraak en de tenuitvoerlegging van de straf.