Question n° 6-441 du 13 février 2015 : (Question posée en néerlandais) Je me réfère au rapport annuel 2013 du Comité permanent R. Concernant l'obligation de conservation, on y lit « L'article 21 L.RS stipule que les données à
caractère personnel traitées par des services de renseignement peuvent uniquement être conservées 'pendant une durée n’excédant pas celle nécessaire aux finalités pour le
squelles elles sont enregistrées, à l’exception de celles présentant un caractère historique, reconnu par les archives de l’État' et qu’elles ne
...[+++] peuvent être 'détruites qu’après un certain délai qui suit le dernier traitement dont elles ont fait l’objet' ».Vraag nr. 6-441 d.d. 13 februari 2015 : (Vraag gesteld in het Nederlands) Ik verwijs naar het jaarverslag van het Vast Comité I van 2013. Betreffende de bewaarplicht lees ik het volgende: "Artikel 21 W.IV bepaalt dat persoonsgegevens verwerkt door inlichtingendiensten slechts mogen bewaard worden
'voor een duur die niet langer mag zijn dan die welke noodzakelijk is om de doeleinden waarvoor ze opgeslagen worden, met uitzondering van de gegevens die een door het Rijksarchief erkend historisch karakter hebben' en dat ze pas mogen worden 'vernietigd na een zekere termijn volgende op de laatste verwerking waarvan zij het voorwerp zijn gewees
...[+++]t'".