Aux termes de cet article 182 abrogé, tout projet de transport par canalisation de produits autres que l'eau, les gaz naturels, le grisou, le gaz de haut fourneau et la chaleur, dont la liste était fixée par arrêté royal délibéré en Conseil des ministres, devait être soumis au préalable pour examen à la Société nationale de transport par canalisations (ci-après : S.N.T.C. ), ensuite de quoi cette société pouvait décider soit d'exécuter elle-même le projet, soit d'en confier l'exécution à des tiers, avec ou sans collaboration directe de sa part, mais en restant en tout état de cause concernée par sa gestion.
Naar luid van dat opgeheven artikel 182 diende elk ontwerp tot vervoer per pijpleiding van andere producten dan water, aardgassen, mijngas, gas afkomstig van de hoogovens en warmte, waarvan de lijst bij een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit werd vastgesteld, vooraf voor onderzoek aan de Nationale Maatschappij der Pijpleidingen (hierna : N.M.P) te worden voorgelegd, waarna de N.M.P. kon beslissen, ofwel het ontwerp zelf uit te voeren, ofwel het te laten uitvoeren door derden en al dan niet rechtstreeks eraan mee te werken, waarbij zij in ieder geval verder bij het beheer betrokken bleef.