En général, on entend par «savoir-faire» personnel des médecins hospitaliers, à l'exclusion des dossiers des patients qui demeurent apparemment la propriété de l'hôpital, les fiches des patients avec les notes individuelles, les archives, la bibliothèque, l'expérience médicale, les compétences et connaissances en tant que spécialiste, la notoriété en tant que chirurgien ou interne, la valeur de la formation académique, continuée et/ou personnelle, l'organisation administrative et tout autre élément immatériel possible.
Die persoonlijke «knowhow» van ziekenhuisgeneesheren omvat - met integrale uitsluiting van het patiëntenbestand dat blijkbaar eigendom blijft van het ziekenhuis - meestal de patiëntenfiches met individuele notities, de archieven, de bibliotheek, de medische ervaring, de vaardigheden en kundigheden als geneesheer-specialist, de naambekendheid als chirurg of internist, de waarde van de schoolse en permanente opleiding en zelfstudie, de administratieve organisatie en alle andere mogelijke immateriële bestanddelen.