Il ressort des développements précédant la proposition de loi qui est à l'origine de la loi attaquée
que le législateur entendait mettre en place « un mécanisme opérationnel et efficace qui réponde aux principes défendus par la Cour européenne des Droit
s de l'Homme » et « apporter une réponse aux exigences qui découlent de la ' jurisprudence Sald
uz ', pas plus mais également pas moins que cela » et « une solution opérationnelle pou
...[+++]r tous les acteurs sur le terrain et qui permette un exercice effectif des droits proposés par le texte » (Doc. parl. Sénat, 2010-2011, n° 5-663/1, pp. 6-8).
Uit de uiteenzettingen die voorafgingen aan het wetsvoorstel dat tot de bestreden wet heeft geleid, blijkt dat de wetgever een « werkbaar en efficiënt mechanisme » wou invoeren « dat beantwoordt aan de principes geponeerd door het Europees Hof [voor] de Rechten van [de] Mens », « een antwoord [wou] bieden op de vereisten die voortvloeien uit de ' Salduz-rechtspraak ', niet meer maar ook niet minder dan dat » en « een werkbare oplossing [wou] bieden voor alle actoren op het terrein en die een effectieve uitoefening van de door [de] tekst voorgestelde rechten mogelijk maakt » (Parl. St., Senaat, 2010-2011, nr. 5-663/1, pp. 6-8).