– les entraves fiscales rencontrées par les citoyens de l’Union qui se rendent dans un autre État membre pour y travailler de manière provisoire ou permanente ou en tant que frontaliers sont des obstacles de taille à la mobilité de la main-d’œuvre dans l’Union. Il peut s’agir de difficultés à obtenir des prestations ou des déductions et allégements fiscaux dans le pays du travail, de l’application de taux d’imposition progressifs plus élevés aux non-résidents, ou de problèmes de double imposition.
– Belastingobstakels waarmee EU-burgers worden geconfronteerd die naar een andere lidstaat gaan om er tijdelijk of permanent te werken of dagelijks de grens oversteken om in een andere lidstaat te gaan werken, belemmeren op significante wijze de arbeidsmobiliteit in de EU. Zij variëren van moeilijkheden bij het verkrijgen van vergoedingen, belastingverminderingen en aftrekmogelijkheden in het land waar zij werken of hogere progressieve belastingvoeten voor niet-ingezetenen tot problemen in verband met dubbele belasting.