Cette structuration (1) constitue en effet un point d'équilibre entre la nécessité, d'une part, d'organiser un niveau de proximité suffisant entre les kinésithérapeutes et les patients, dans le cadre notamment des missions de conciliation de l'ordre, et, d'autre part, de confier la compétence en matière disciplinaire à des structures fonctionnant en toute indépendance, soit le conseil provincial et, en appel, le conseil d'appel.
Deze structuur (1) biedt een evenwicht tussen, enerzijds, de behoefte aan een toegankelijk niveau voor kinesitherapeuten en patiënten — in het bijzonder in het raam van de bemiddelingsopdrachten van de Orde — en, anderzijds, de noodzaak om de tuchtbevoegdheden op te dragen aan volledig onafhankelijke organen, in casu de provinciale raad en de raad van beroep.