Les moyens sont pris de la violation des articles 10 et 11 de la Constitution, lus séparément ou en combinaison avec l'article 27 de la Constitution, en ce qu'il est instauré une différence de traitement, tant en ce qui concerne l'obligation d'autorisation qu'en ce qui concerne l'accès à la prof
ession, d'une part, entre les personnes morales ou physiques qui exercent une activité de gardiennage autrement que dans les liens d'un contrat de travail et qui sont soumises à autorisation, et les personnes physiques qui exercent ces activités dans les liens d'un contrat de travail et qui ne sont pas soumises à autorisation et, d'autre part, ent
...[+++]re les associés d'une entreprise de gardiennage autorisée, selon qu'ils exercent ou non leur activité soit au sein d'une société dans laquelle ils sont unis, par alliance ou par un lien de parenté jusqu'au deuxième degré, avec un des associés fondateurs, soit au sein d'une société comportant un maximum de quatre associés actifs.De middelen zijn afgeleid uit de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, afzonderlijk en in samenhang gelezen met artikel 27 van de Grondwet, doordat zowel met betrekking tot de vergunningsplicht als met betrekking tot de toegang tot het beroep een verschil in behandeling wordt ingevo
erd, enerzijds, tussen de rechtspersonen of natuurlijke personen die, anders dan in het verband van een arbeidsovereenkomst, een bewakingsactiviteit uitoefenen en vergunningsplichtig zijn en de natuurlijke personen die in het verband van een arbeidsovereenkomst dergelijke activiteiten uitoefenen en niet vergunningsplichtig zijn, en, anderzijds,
...[+++]tussen de vennoten van een vergunde bewakingsonderneming onderling, naargelang zij hun activiteit al dan niet uitoefenen hetzij in een vennootschap waarin zij in een band van aan- of bloedverwantschap tot in de tweede graad staan met één der oprichtende vennoten, hetzij in een vennootschap die bestaat uit maximaal vier werkende vennoten.