3. déplore que, dans sa programmation pour 2005, la Commission accorde un degré bien moindre de priorité aux relations avec les pays les moins développés et à l'élimination de la pauvreté par comparaison avec l'importance qu'elle attache à la nouvelle stratégie de voisinage et aux relations avec les pays des Balkans et du Bassin méditerranéen, alors que l'UE a une occasion unique et l'obligation morale de jouer un rôle moteur dans les efforts entrepris au niveau mondial pour atteindre les objectifs de développement du Millénaire;
3. betreurt dat de betrekkingen met de minst ontwikkelde landen en de doelstelling van armoedebestrijding, vergeleken met de nadruk op de nieuwe nabuurschapstrategie en de betrekkingen met de Balkan en de landen rond de Middellandse Zee, in de planning van de Commissie voor 2005 veel minder aandacht krijgen, terwijl de EU in een unieke positie verkeert en de morele verplichting heeft om bij de mondiale inspanningen gericht op verwezenlijking van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling een voortrekkersrol te vervullen;