Cependant, les articles 9 et 10 s'appliquent lorsque l'entreprise mère, ou une autre entreprise contrôlée de l'entreprise mère, a investi dans des participations gérées par ladite société de gestion et que la société de gestion ne peut exercer comme elle l'entend les droits de vote attachés à ces participations et ne peut exercer les droits de vote attachés à ces participations que sur instructions directes ou indirectes de l'entreprise mère ou d'une autre entreprise contrôlée de l'entreprise mère.
De artikelen 9 en 10 zijn echter van toepassing wanneer de moederonderneming, of een andere gecontroleerde onderneming van de moederonderneming, heeft belegd in deelnemingen die door die beheermaatschappij worden beheerd, en het niet aan de beheermaatschappij is de stemrechten van deze deelnemingen uit te oefenen, en de beheermaatschappij deze stemrechten alleen op grond van directe of indirecte aanwijzingen van de moederonderneming of een andere gecontroleerde onderneming van de moederonderneming kan uitoefenen.