1. Les inspecteurs du travail dans l'agriculture doivent être autorisés à prendre des mesures destinées à éliminer les défectuosités constatées dans une installation, un aménagement ou des méthodes de travail dans les entreprises agricoles, y compris l'utilisation de substances dangereuses, et qu'ils peuvent avoir un motif raisonnable de considérer comme une menace à la santé ou à la sécurité.
1. De inspecteurs van de arbeid dienen bevoegd te zijn maatregelen te nemen om gebreken, geconstateerd in een installatie, een inrichting of bij de arbeidsmethoden in landbouwbedrijven, met inbegrip van het gebruik van gevaarlijke stoffen, te verhelpen, ten aanzien waarvan zij een redelijke grond hebben om te veronderstellen, dat die een bedreiging voor de gezondheid of de veiligheid van de werknemers vormen.